Home
Home

Zoek een persoon
Personen

Zoek een schip
Schepen

Overzichten

Contact

Bronnen

Maten

Retour
Het schip
Pieter (1837)
Johanna Elisabeth (1860)
Harmanna Dijk (1871)
 
Meer informatie over dit schip
Harlingen, 23 october.
De Noordsche brik Solid, kapitein Gjessing, van Drammen naar Londen, is op 53° 51 Nb. en 4° 25' Wl gezonken, doch het volk door kapit. H. de Weerd, voerende het schip Pieter, gered en alhier aangebragt.
Rotterdamsche Courant, 27-10-1854

Harlingen, 25 October.
Eergisteren arriveerde in deze haven het kofschip Pieter, kapt, H. de Weerd, Jr., aan boord hebbende de equipagie van het Noordsche Brikschip Solid, kapt. H. Gusing, van Drammen naar Londen bestemd, bestaande uit 10 koppen.
Kapt. Gusing, verhaalt, dat, na twee etmaal in zinkenden staat in zee te hebben rondgedreven, zij op den 20 dezer des voormiddags, tot hunne groote blijdschap een schip zagen, welks bemanning naar het scheen hunne noodseinen had gezien en naar hen toehield, doch nadat gezegd vaartuig (oogenschijnlijk een Noordsche bark) tot op een paar kabellengten hun was genaderd, braste hetzelve de zeilen vol, en liet de ongelukkige menschen hopeloos aan hun lot over. Geheel ter neêr geslagen en ieder oogenblik den dood voor oogen ziende, zitten zij daar op een aan de golven prijs gegeven wrak, biddende hun lot afwachtende; doch terwijl zij zoo bijeen staan, ontwaart hun oog andermaal een zeil, hunne hoop wordt levendig en zij bedriegen zich niet, op het naderend schip heeft men hunne noodseinen gezien en spoedig bleek het hun dat zij ditmaal niet zouden worden teleurgesteld. Kapitein de Weerd, voerende het Ned. kofschip Pieter, wendde onmiddelijk alle pogingen aan , om de ongelukkigen te redden, hetwelk echter uithoofde der hooggaande zeeën met groot gevaar gepaard ging. Zonder echter op eigen levensbehoud bedacht te zijn, begaf hij zich zoo nabij het zinkende wrak, dat hij inderdaad zelf gevaar liep het slagtoffer zijner menschlievende pogingen te worden; maar bezield door het gevoel, om zoo mogelijk zijne natuurgenooten te moeten redden, wist hij door gepaste maatregelen, een knap zeeman eigen, in weerwil der woedende golven, de onoelukkige 10 menschen van eenen wissen dood te redden en hen allen door middel eener boot, des avonds circa 5½ uur bij hem aan boord te krijgen en den 23 dezer behouden alhier aan wal te zetten. De redding had plaats op 53° 51 Nb. en 4° 25' Wl.
Leeuwarder Courant, 31-10-1854

De directeuren van de Zuid-Hollandsche Maatschappij tot redding van schipbreukelingen te Rotterdam, hebben in hunne jongste vergadering besloten, uit te reiken de zilveren medaille aan H. de Weerd Harm. Jr.z., voerende het in Harlingen te huis hehoorende kofschip Pieter voor het op 20 Oct. op 53° 51 Nb. en 4° 25' Wl, redden der equipage, beslaande in tien personen, zich in doodsgevaar bevindende aan boord van een in zinkenden staat verkeerende Noordsch brikschip, genaamd Solid, gevoerd door kapt. H. Gissing, te Fronsherg, te huis behoorende, en bestemd van Drammen naar Londen, en hen veilig te Harlingen aan wal te brengen, terwijl aan onderscheidene weduwen van in zee omgekomene zeelieden, uit het zoo weldadig fonds van wijlen Mej. Ida Maria de Raath, onderstand is verleend.
De Grondwet, 02-12-1854


BINNENGEKOMEN. Texel, 19 Jan.
Johanna Elisabeth, Helmers, Memel l. v. Gamle Hellesund, met verlies van deklast, reeling en met meer andere schade.
Algemeen Handelsblad, 22-01-1867

Veendam, 13 oktober.
Volgens een heden ontvangen telegrafisch bericht is het te Delfzijl te huis behorend kofschip HARMANNA DIJK, kapt. H.S. Wortel, op de reis van Delfzijl naar Riga in de nabijheid van laatstgemelde plaats gestrand en totaal als verloren te beschouwen. Het volk is gered.
Provinciale Groninger Courant, 16-10-1876