Het schip

Johanna Maria (1851)

 

Meer informatie over dit schip

Den 30sten is te Delfshaven, van de werf van den scheepsbouwmeester Tide Hoog, met goed gevolg te water gelaten het barkschip Johanna Maria, groot 250 lasten, gebouwd voor rekening eener reederij onder directie van de heeren Vaesen ew Steinhaus te Rotterdam, en bestemd voor de groote vaart. Opregte Haarlemsche Courant, 01-04-1851 Kaapstad (SA), 12 julij. In den storm van 3 dezer is de Ned. bark Johanna Maria, kapit. Dam, alhier in de baai liggende, van hare ankers geslagen, doch spoedig van andere voorzien. Rotterdamsche Courant, 07-09-1860 Batavia, 31 December Den 18 dezer, des morgens circa 6 ure, heeft te Surabaya het volgend droevig ongeluk plaats gehad, aan boord van de Ned. bark Johanna Maria, kapit. P. J. Dam. Drie matrozen, met name William Riehard, Herman Westendorp en Johan Hendrik Mulder, waren buiten boord aan het pik schrapen, toen een der touwen brak en zij alle drie, door den zwaren stroom medegesleept, jammerlijk verdronken. Van den hun door de stuurlieden gegeven raad, om hunne stelling met nog een touw in het midden te versterken, hebben zij geen gebruik gemaakt en zijn dus het slagtoffer hunner on voorzigtigheid geworden. Rotterdamsche Courant, 13-02-1863 Hongkong, 15 Dec. Het Nederl. schip Johanna Maria, kapt. Kleijnenberg, alhier den 5den dezer van Bangkok gearriveerd, had. een zwaren storm doorgestaan, en daarbij zeilen verloren, lekkage en meer andere schade bekomen. Opregte Haarlemsche Courant, 04-02-1867 Rotterdam, 24 Febr. Van de vier volgende Hollandsche schepen heeft men sinds hun vertrek niets meer vernomen: Johanna Maria, kapt. Kleijnenberg, 8 Aug. van Batavia vertrokken; Jantje Goosens, kapt. Leisier, in Nov. van Newcastle naar Harlingen vertrokken; Juliana Antina, kapt. de Boer, in Dec. van Londen naar Amsterdam vertrokken en Vier Gebroeders, kapt. Muntendam, 11 Dec. van Londen naar Amsterdam vertrokken. Algemeen Handelsblad, 26-02-1868 ... aangezien de Gedaagde dd. 30 April daaraanvolgende als zoodanig met dat Schip [Johanna Maria] van Hellevoetsluis is uitgezeild; aangezien dat Schip na aankomst te Singapore verschillende andere reizen in de Chinesche wateren heeft volbragt, en eindelijk dd. 8 Augustus 1867, nog steeds den Gedaagde aan boord hebbende, van Batavia is vertrokken, met bestemming naar eene Nederlandsche haven; aangezien hetzelve een of twee dagen later nog even buiten Straat Soenda is gezien en gesalueerd door den Kapitein P. I. Dam, en de verdere Equipage van het Nederlandsche Barkschip Gerardina Henriette Susanna, mede op retour naar Nederland, doch sedert van hetzelve noch van iemand der opvarenden eenige tijding is ingekomen, zoodat moet worden aangenomen dat de Johanna Maria na 10 Augustus 1867 op voorschreven reis van Batavia naar Nederland is vergaan, en alle opvarenden daarbij zijn omgekomen; Gedeelte van een gerechtelijke aankondiging Nederlandsche Staatscourant, 22-07-1874