Het schip

Isle Of France (1883) Hilversum (1897)

 

Meer informatie over dit schip

Emden, 9 Sept. Het schip, waarvan de opvarenden door het Nederl. stoomschip Hilversum zijn gered, (zie ons No van 10 dezer onder Amsterdam) is de hier thuisbehoorende schoener Maria, kapt. Buss, die 22 Aug. van Drammen naar Papenburg vertrok. Het schip moest in de Noordzee vol water verlaten worden en is sedert bij Nymindegab op strand gedreven en opgebroken. De geredden zijn door de Hilversum te Kopenhagen geland. Rotterdamsch Nieuwsblad, 13-09-1897 Redding op zee. Moedige Hollandsche zeerobben hebben dezer dagen weer een heldendaad verricht. De bemanning van den duitschen schoener Maria is nl. ll. Dinsdag door het nederlandsche stoomschip Hilversum van een wissen dood gered. Op dien dag kreeg men namelijk aan boord van de Hilversum tijdens hevigen noordwesten storm met zware buien een schip in 't zicht, dat de noodvlag halfstok geheschen had. Naderbij gekomen, bleek het te zijn de schoener Maria, uit Emden, kapitein E. Buss, van Drammen naar Papenburg bestemd. Het vaartuig was in ontredderden staat, lag met bakboordsreeling onder water en dreef vol water op de lading, terwijl de scheepsboot was verbrijzeld en de verschansingen aan bakboordzijde grootendeels waren weggeslagen. Zware zeeën sloegen op en over het schip, en de bemanning had als de eenige nog veilige plaats post gevat achter op de hut, waar men zich aan het want kon vastklemmen. Op een vraag van den kapitein van de Hilversum aan zijn bemanning: wie geneigd waren een poging tot redding aan te wenden der in nood verkeerende schipbreukelingen, meldden zich twee der opvarenden aan, om met de boot van boord te steken. Dezen waren J. De Voogd, 2e stuurman, en Jan Stroobach, matroos. Met groote moeite en levensgevaar mocht het hun na veel inspanning gelukken de bemanning van het ontredderde schip behouden aan boord van de Hilversum te brengen. De Tijd, 14-09-1897 Belooning De kapitein van de Amsterdamsche stoomboot *6966*, de heer Andries Potjer, en de tweede stuurman, Jan de Voogd hebben van den Duitschen Keizer, als belooning voor de redding van de bemanning van den schoener "Maria" uit Emden op 9 September 1897, een verrekijker met opdracht ontvangen. Den matroos Jan Stroback werd een bedrag van 100 mark in geld geschonken. Scheepvaart, 23-03-1898 Warnemünde, 18 Oct. Gisternamiddag tegen 4 uur ankerde bij stormweer, vier mijlen N.W. van Warnemünde, een groot stoomschip dat onmiddellijk daarna het sein heesch "Ongeluk, heb een dokter noodig!" De groote loodsboot werd onmiddellijk gereed gemaakt en voer met Dr. Paulsen derwaarts. Het bleek het te Amsterdam tehuis behoorende s. Hilversum te zijn, kapt. Duit, van Wyborg met planken naar Dordrecht bestemd. Het schip, dat een groote deklast had, waarvan door slecht weer ½ verloren ging, had zware slagzijde over bakboord. Gistermorgen 6 uur was het aan de Deensche kust geankerd om het schip recht te werken, waarbij de bootsman door uit te glijden met zijn rechterarm tusschen de kamraderen eener machine geraakte, waardoor een groote, gevaarlijke vleeschwond ontstond en aderen werden vernield. Na de wonden gezuiverd te hebben, waarmede veel tijd heenging, werd de arm door Dr. Paulsen verbonden en de patiënt zoo goed mogelijk op een geschikte plaats gebracht. Te half negen gisteravond retourneerde de loodsboot, na een stormachtigen, natten tocht, in de haven. Hedenmiddag ligt de Hilversum nog in dezelfde positie en had, volgens mededeeling van den kapitein, den gesprongen stuurketting nog niet kunnen herstellen, door het overgaan van de deklast. (Het s. Hilversum is sedert 19 Oct. Holtenau gepasseerd.) Scheepvaart, 20-10-1898